- Export to PDF
- Get the short link of this page
- Share this page onTwitterFacebookLinkedin
Besluit van de Europese Ombudsman inzake klacht 606/97/VK/OV tegen het Europees Parlement
Decision
Case 606/97/OV - Opened on Thursday | 11 September 1997 - Decision on Wednesday | 29 July 1998
Straatsburg, 29 juli 1998
Geachte heer Z.
Op 27 juni 1997 heeft u bij de Europese Ombudsman een klacht ingediend over de taal waarin het bestek van een aanbesteding van het Europees Parlement (PE MOB 97/2) was gesteld.
Op 11 september 1997 heb ik de klacht doorgestuurd naar de Voorzitter van het Europees Parlement. Het Parlement heeft zijn standpunt op 30 januari 1998 kenbaar gemaakt en ik heb het u doen toekomen met het verzoek hierop desgewenst te reageren. Er zijn van uw kant geen schriftelijke opmerkingen binnengekomen.
Hierbij deel ik u het resultaat mee van het onderzoek dat is ingesteld.
DE KLACHT
Volgens de klager lagen de relevante feiten als volgt:
Klager diende namens "Timmer- en aannemingsbedrijf Correct" een klacht in over de taal waarin het bestek was gesteld dat hij had ontvangen naar aanleiding van een aanbesteding van het Europees Parlement betreffende meubilair voor vergaderzalen in het Leopold-gebouw in Brussel (PE MOB 97/2). Deze aanbesteding was gepubliceerd in Publicatieblad EG 97, S 100 van 27 mei 1997.
Klager, die de officiële aankondiging van de aanbesteding in een Nederlandse krant had gelezen, zond op 2 juni 1997 een fax naar de bevoegde dienst van het Parlement met het verzoek om toezending van het bestek. Aangezien het bestek hem in het Frans en niet in het Nederlands werd toegezonden, nam hij contact op met de diensten van het Parlement, die bevestigden dat het bestek alleen in het Frans werd toegezonden. Om die reden diende hij bij de Ombudsman een klacht in en stelde dat de verschillende inschrijvers het bestek in hun eigen taal dienen te ontvangen om een gelijke behandeling te waarborgen.
HET ONDERZOEK
Standpunt van het Parlement
In zijn opmerkingen stelde het Parlement allereerst vast dat de aanbesteding (PE MOB 97/2) in het Publicatieblad van 27 mei 1997 alsmede in nationale kranten, waaronder een Nederlandse krant, was gepubliceerd.
Ten aanzien van het gebruik van talen bij aankondigingen van aanbestedingen verwees het Parlement naar artikel 9 van richtlijn 93/36/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen(1). Dit artikel bepaalt dat de aankondiging van een aanbesteding waarmee de aanbestedende instantie een overheidsopdracht voor levering wil plaatsen, volledig in de oorspronkelijke taal moet worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen met een samenvatting van de belangrijke gegevens van elke aankondiging in alle officiële talen van de Gemeenschap, waarbij alleen de tekst in de oorspronkelijke taal authentiek is. Het Parlement kwam daarom tot de conclusie dat in het onderhavige geval, waarin de aankondiging in alle officiële talen van de Unie was gepubliceerd, aan deze voorwaarden was voldaan.
Ten aanzien van het bestek merkte het Parlement op dat de nationale aanbestedende instanties volgens het Gemeenschapsrecht niet tot vertaling ervan verplicht zijn en dat bij aanbestedingen van communautaire instanties met vaak omvangrijke bestekken ook het Parlement en andere instellingen de bestekken in de regel niet vertalen. Daarom was het bestek in het onderhavige geval alleen in het Frans beschikbaar.
Het Parlement zei echter te beseffen dat de communautaire instellingen als gevolg van deze pragmatische aanpak niet konden voldoen aan het beginsel van gelijke behandeling van de communautaire talen. Om die reden heeft het raadgevend comité voor aankopen en contracten op 27 november 1997 een aanbeveling (CCAM nr. 4 - 1997) goedgekeurd over het gebruik van de officiële talen in eigen aanbestedingen. Het Parlement concludeerde dat het overeenkomstig deze aanbeveling alle nodige maatregelen zal nemen om ervoor te zorgen dat voortaan de essentiële onderdelen van het bestek in alle officiële talen van de Unie beschikbaar zijn. Ten slotte wees het erop dat de inschrijvers hun aanbieding altijd in de taal van hun keuze kunnen indienen.
Opmerkingen van klager
Er zijn geen schriftelijke opmerkingen van de klager ontvangen. Hij deelde evenwel het Bureau van de Ombudsman telefonisch mee dat hij geen offerte had kunnen indienen omdat het bestek niet in het Nederlands beschikbaar was. Hij merkte niettemin op dat zijn klacht een positief gevolg had gehad aangezien het Parlement had aangekondigd een andere aanpak te zullen gaan volgen.
HET BESLUIT
1. Het beweerde verzuim van het Parlement om aan de indiener van de klacht een bestek in de Nederlandse taal te verstrekken
1.1 De klacht is gericht tegen het feit dat het Parlement de klager naar aanleiding van zijn verzoek om het bestek van de aanbesteding dit bestek in het Frans heeft toegezonden en hem geen bestek in het Nederlands kon verstrekken. Daarom kon indiener geen offerte uitbrengen. Hij stelde tevens vast dat met het oog op de eerbiediging van het beginsel van gelijke behandeling van inschrijvers het bestek hun in hun eigen taal dient te worden toegezonden.
1.2. De Ombudsman wijst erop dat op het gebied van aanbestedingen door communautaire instellingen het in artikel 6 van het EG-Verdrag genoemde algemene beginsel van niet-discriminatie op grond van nationaliteit wordt herhaald in artikel 62 van het Financieel Reglement, dat bepaalt: "Tussen onderdanen van de Lid-Staten mag ter zake van door de Gemeenschappen te sluiten overeenkomsten geen onderscheid op grond van hun nationaliteit worden gemaakt".
1.3 Met betrekking tot het beginsel van niet-discriminatie merkt de Ombudsman op dat het Parlement bewust is van het feit dat het op grond van zijn huidige praktijk om bestekken niet te vertalen, niet de hand kon houden aan dit beginsel. Daarom is de Ombudsman verheugd over het initiatief van het Parlement dat op 27 november 1997 is uitgemond in de goedkeuring van aanbeveling CCAM nr. 4-1997 van het raadgevend comité voor aankopen en contracten over het gebruik van de officiële talen bij eigen aanbestedingen. Voor de Europese burger is hierin de waardevolle aanbeveling opgenomen dat bestekken die de instelling toezendt aan een persoon en onderneming die onder de jurisdictie van een Lid-Staat valt, in beginsel moeten worden opgesteld in de taal van dat land of in de taal waarin het verzoek is gesteld.
1.4 Het was betreurenswaardig dat klager niet aan de aanbesteding kon deelnemen omdat hij het bestek niet in zijn eigen taal heeft ontvangen, hetgeen een inbreuk op het beginsel van niet-discriminatie op grond van nationaliteit zou kunnen vormen. Uit het bovenstaande blijkt evenwel dat het Parlement positief en snel op deze klacht heeft gereageerd en zijn praktijk met betrekking tot bestekken zal aanpassen. Daardoor zal indiener net als andere inschrijvers onder gelijke voorwaarden kunnen deelnemen aan toekomstige aanbestedingen van het Parlement. Verdere opmerkingen van de Ombudsman lijken daarom niet noodzakelijk.
2. Conclusie
2.1 De Ombudsman stelt vast dat het Parlement positief en snel op de klacht heeft gereageerd. Hij is met name verheugd over het initiatief van het Parlement dat op 27 november 1997 heeft geleid tot de goedkeuring van aanbeveling CCAM nr. 4-1997 van het raadgevend comité voor aankopen en contracten over het gebruik van de officiële talen bij eigen aanbestedingen. Voor de Europese burger staat hierin de waardevolle aanbeveling dat bestekken die de instelling toezendt aan een persoon en onderneming die onder de jurisdictie van een Lid-Staat valt, in beginsel moeten worden opgesteld in de taal van dat land of in de taal waarin het verzoek is gesteld.
Het was betreurenswaardig dat de klager niet aan de aanbesteding kon deelnemen omdat hij het bestek niet in zijn eigen taal heeft ontvangen. Nu echter het Parlement inmiddels heeft aangekondigd zijn aanpak te zullen wijzigen, zal klager net als andere inschrijvers onder gelijke voorwaarden kunnen deelnemen aan toekomstige aanbestedingen van het Parlement.
Uit de opmerkingen van het Europees Parlement en van indiener komt naar voren dat het Parlement stappen heeft ondernomen om de zaak op te lossen. De Ombudsman heeft daarom besloten de zaak te sluiten.
Hoogachtend,
Jacob Söderman
Kopie aan:
de heer José María Gil-Robles Gil-Delgado, Voorzitter van het Europees Parlement
de heer Julian Priestley, secretaris-generaal van het Europees Parlement
(1) PB L 199 van 9.8.1993, blz. 1.
- Export to PDF
- Get the short link of this page
- Share this page onTwitterFacebookLinkedin