You have a complaint against an EU institution or body?

Available languages: 
  • Nederlands

Besluit van de Europese Ombudsman inzake klacht 202/2001/OV tegen Europol


Straatsburg, 24 oktober 2001

Geachte heer V.,

Op 17 januari 2001 diende u namens Eurowatch (hierna "klager") bij de Europese Ombudsman een klacht in betreffende de weigering van toegang tot 37 overzichten van 1999 betreffende terrorisme die werden verspreid onder de lidstaten (vermeld in het jaarverslag Europol 1999).

Op 23 februari 2001 zond ik de klacht door naar de directeur van Europol. Europol stuurde zijn standpunt op 23 mei 2001 en ik zond het naar u door met het verzoek er desgewenst opmerkingen over te maken. Er blijken geen opmerkingen van u te zijn ontvangen.

Met deze brief wens ik u op de hoogte te brengen van de resultaten van het onderzoek dat is verricht.

KLACHT

Klager is een onderzoeksbureau Europees justitie- en politiebeleid. Op 13 oktober 2000 diende het bij Europol een verzoek in tot inzage van documenten, namelijk 37 overzichten over terrorisme 1999 die naar de lidstaten waren gestuurd (vermeld in het jaarverslag Europol 1999).

Op 1 december 2000 weigerde Europol inzage uit hoofde van de bescherming van het algemeen belang (enquêtes). Europol verklaarde dat, ongeacht het feit dat deze documenten waren gebaseerd op materiaal van open bronnen, de keuze van de onderwerpen die in de rapporten worden behandeld een indicatie geeft van de specifieke sectoren van terroristische activiteiten waarvoor Europol interesse heeft. Kennis van het publiek hiervan zou de doeltreffendheid van de bestrijding van deze vormen van criminaliteit kunnen schaden.

Op 12 december 2000 diende klager een confirmatief verzoek in. Op 11 januari 2001 weigerde Europol opnieuw toegang tot de aangevraagde documenten, en wel om dezelfde redenen.

Op 17 januari 2001 diende klager een klacht bij de Europese Ombudsman in. Hij beweerde dat het besluit van Europol om inzage van de 37 overzichten over terrorisme 1999 te geven ongerechtvaardigd was, omdat de aangevraagde informatie openbronnenmateriaal betrof dat niet als vertrouwelijk kon worden bestempeld. Klager merkte tevens op dat het argument van Europol volgens hetwelk openbaarmaking van de documenten aan kon geven voor welke specifieke sectoren van terroristische activiteiten Europol belangstelling heeft, niet overtuigend was.

HET ONDERZOEK

Standpunt Europol

Europol merkte op dat het bij besluit van zijn Raad van bestuur van 21 juni 2000 voorlopig naar analogie toepassing geeft aan het Raadsbesluit van 20 december 1993 over de toegang van het publiek tot documenten van de Raad(1). Dit is dus de rechtsgrondslag voor de beoordeling van de klacht.

Het verzoek van klager van 13 oktober 2000 had betrekking op 37 rapporten over terrorisme die door Europol waren opgesteld en naar de lidstaten gestuurd, zoals vermeld in het jaarverslag van Europol over 1999. Deze rapporten bevatten materiaal van open bronnen dat was geselecteerd en geredigeerd door de terrorismedeskundigen van Europol.

Zowel de oorspronkelijke aanvraag van klager als zijn confirmatief verzoek van 12 december 2000 werden met het oog op een besluit van de directeur behandeld in het intern comité voor de toegang van het publiek tot documenten. Dit orgaan bestaat uit vertegenwoordigers van de verschillende afdelingen van Europol, met inbegrip van de operationele diensten van de organisatie. Bovendien werden de personen die verantwoordelijk waren voor de aangevraagde documenten geraadpleegd.

De redenen voor de weigering van toegang uit hoofde van de bescherming van het algemeen belang, overeenkomstig artikel 4 van het bovengenoemde Raadsbesluit zijn de volgende.

Ten eerste, de keuze van de onderwerpen die in de overzichten worden behandeld, maakt duidelijk welke specifieke sectoren van terroristische activiteiten voor Europol van belang zijn. De selectie wordt gemaakt door de terrorismedeskundigen van Europol, die de professionele expertise die in de lidstaten bestaat vertegenwoordigen. Kennis van het publiek van de specifieke terreinen die voor Europol van belang zijn, zou de doeltreffendheid van de bestrijding van de met terrorisme samenhangende criminaliteit kunnen schaden.

Ten tweede, toegang van het publiek tot de rapporten zou het vertrouwen van de lidstaten in het werk van Europol, met name op het gebied van terrorismebestrijding, kunnen aantasten. De rapporten zijn opgesteld door Europol en zijn toegesneden op de behoeften van de lidstaten. Openbaarmaking van de documenten zou aanwijzingen kunnen geven over de activiteiten van de lidstaten op deze gebieden.

Het besluit van Europol om de toegang te weigeren was derhalve gebaseerd op de bescherming van de openbare veiligheid en dus van het algemeen belang. Na afweging van het legitieme belang van verzoeker om inzage te krijgen van de documenten tegen de wettelijke verplichting van Europol en de EU-lidstaten om terrorisme te voorkomen en te bestrijden, werd geoordeeld dat het tweede duidelijk zwaarder weegt dan het eerste. Europol meende dan ook dat zijn weigering om toegang tot de documenten te verlenen gerechtvaardigd was en dat de argumenten die aan verzoeker zijn gestuurd om uitleg te geven bij dit besluit, overtuigend waren.

Opmerkingen klager

Klager diende geen opmerkingen over het standpunt van Europol in.

HET BESLUIT

1 Weigering van toegang

1.1 Klager beweerde dat het besluit van Europol om inzage te weigeren van 37 overzichten van 1999 betreffende terrorisme onterecht was, omdat de gevraagde informatie openbronnenmateriaal betrof dat niet als vertrouwelijk kon worden aangemerkt. Klager merkte tevens op dat het argument van Europol volgens hetwelk openbaarmaking van de documenten indicaties kon geven van de specifieke terreinen van terroristische activiteiten waar Europol interesse voor heeft, niet overtuigend was.

1.2 Europol merkte op dat het overeenkomstig artikel 4 van Besluit 93/731/EG van de Raad uit hoofde van de bescherming van het algemeen belang toegang had geweigerd. Het verklaarde dat kennis van het publiek van de specifieke terreinen van terroristische activiteiten die voor Europol van belang zijn, de doeltreffendheid van de bestrijding van de met terrorisme samenhangende criminaliteit zou kunnen schaden. Europol wees er ook op dat openbaarmaking van de documenten aanwijzingen kon geven over de activiteiten van de lidstaten op deze gebieden.

1.3 Het verzoek van klager om inzage van de 37 overzichten van 1999 betreffende terrorisme moet worden bekeken in het kader van Raadsbesluit 93/731/EG, dat voorlopig ook op Europol van toepassing is ingevolge het besluit van de Raad van bestuur van Europol van 21 juni 2000 (zie website van Europol). De uitzonderingen op de toegang tot documenten zijn vermeld in artikel 4 van het Raadsbesluit. Artikel 4, lid 1 bepaalt: "Er kan geen toegang worden verleend tot een document van de Raad, wanneer de verspreiding ervan afbreuk zou kunnen doen aan de bescherming van het algemeen belang (openbare veiligheid, internationale betrekkingen, monetaire stabiliteit, gerechtelijke procedures, inspecties en enquêtes)".

1.4 In zijn arrest in zaak T-174/95 stelde het Gerecht van eerste aanleg: "Besluit 93/731 betreffende toegang van het publiek tot documenten van de Raad beoogt immers uitvoering te geven aan het beginsel van een zo ruim mogelijke toegang van de burger tot informatie, teneinde het democratische karakter van de instellingen en het vertrouwen van het publiek in het bestuur te versterken"(2). De Ombudsman merkt evenwel op dat politiewerk uit de aard der zaak ook de omgang met informatie en documenten omvat die in het belang van de burgers vertrouwelijk moeten worden behandeld(3).

1.5 In het onderhavige geval blijkt de door Europol aangevoerde reden om toegang tot de door klager aangevraagde documenten te weigeren, namelijk dat de keuze van onderwerpen die in de rapporten worden behandeld aanwijzingen geeft over de interesse van Europol voor specifieke sectoren van terroristische activiteiten en dat kennis van het publiek van deze rapporten de doeltreffendheid van de bestrijding van deze vormen van criminaliteit zou kunnen schaden, gerechtvaardigd te zijn.

1.6 Op basis van het bovenstaande is de Ombudsman van oordeel dat Europol het recht had toegang tot de documenten te weigeren uit hoofde van de bescherming van het algemeen belang (openbare veiligheid) zoals bepaald in artikel 4, lid 1 van Besluit 93/731. De Ombudsman heeft derhalve geen geval van wanbeheer vastgesteld.

2 Conclusie

Op basis van het onderzoek van de Ombudsman met betrekking tot deze klacht blijkt er geen sprake te zijn geweest van wanbeheer van Europol. De Ombudsman sluit derhalve de zaak.

Ook de directeur van Europol zal op de hoogte worden gebracht van dit besluit.

Hoogachtend,

 

Jacob SÖDERMAN


(1) Besluit van de Raad 93/731/EG betreffende toegang van het publiek tot documenten van de Raad, PB L 340 van 31.12.1993, blz. 43.

(2) Zaak T-174/95, Svenska Journalistförbundet tegen Raad, Jurispr. 1998, blz. II-2289, punt 66.

(3) Jaarverslag van de Ombudsman 1999, blz. 257.